Katten
Katten zijn zelfstandige dieren, maar hun welzijn hangt sterk af van hoe goed je hun natuurlijke gedrag begrijpt. Achter dat rustige of eigenzinnige karakter schuilt een fijngevoelig dier dat gebaat is bij een stabiele omgeving, aangepaste voeding en regelmatige zorg.
In deze Dierengids vind je informatie over gedrag, voeding, gezondheid en verzorging van katten in elke levensfase, opgesteld door dierenartsen die dagelijks met katten werken.




Kittens en opvoeding
De komst van een kitten is een feest, maar ook een uitdaging. De eerste maanden leggen de basis voor zijn gezondheid, gedrag en vertrouwen in mensen.
Een goed opgevoede kat is niet alleen makkelijk in huis, maar ook mentaal stabieler.
Buttons
- Kitten-checklist
- Vaccinatieplanner
- Groei- en gewichtsvolger
Een kitten verhuist meestal rond acht weken. De overgang van nest naar nieuw huis is spannend. Maak de omgeving veilig en overzichtelijk. Sluit deuren, ramen en kleine doorgangen af waar hij zich kan verstoppen of vastlopen.
Voorzie een aparte kamer voor de eerste dagen, met eten, drinken, kattenbak, mand en krabpaal. Laat hem in zijn eigen tempo wennen. Forceren of oppakken tegen zijn wil zorgt voor stress.
Kies kittenvoeding van hoge kwaliteit, liefst verdeeld over vier kleine maaltijden per dag. Zet de kattenbak op een rustige plek, uit de buurt van het eetgedeelte.
Plan binnen de eerste week een controle bij de dierenarts voor ontworming, vaccinatie en chipregistratie.
Een kitten dat zich veilig voelt, ontwikkelt sneller een vertrouwensband. Rust, voorspelbaarheid en zachte interactie zijn de sleutel tot een stabiele kat.
De meeste kittens leren zindelijkheid van hun moeder, maar bij een nieuwe omgeving moet dat soms herhaald worden.
Gebruik een kattenbak met lage instap en klontvormend, geurarm grit. Zet ze op een rustige plaats, niet naast de eetbak.
Houd de bak altijd proper; katten mijden een vuile kattenbak. Eén kat = minimaal één bak, plus één extra in huis.
Bij onzindelijkheid ligt de oorzaak vaak bij stress, te weinig bakken of verkeerde locatie, niet bij “stout gedrag”.
Gebruik nooit ammoniak om schoon te maken, want de geur lijkt op urine en moedigt plassen aan.
Blijft het probleem bestaan, laat dan medisch onderzoek uitvoeren: blaasontsteking of pijn kan ook de oorzaak zijn.
Tussen twee en veertien weken leren kittens het meest. Alles wat ze in die periode ervaren, bepaalt hoe ze als volwassen kat reageren.
Laat je kitten kennismaken met verschillende geluiden, bezoekers, andere dieren en zachte hantering.
Speel dagelijks kort en afwisselend. Spel imiteert jachtgedrag en helpt energie kwijt te raken. Gebruik hengels en balletjes, maar vermijd handen of voeten als speeltje om krabgedrag te voorkomen.
Een goed gesocialiseerde kat is minder bang, beter hanteerbaar bij de dierenarts en hechter met zijn eigenaar.


Gedrag en stress
Katten lijken onafhankelijk, maar zijn extreem gevoelig voor verandering. Stress of angst uiten zich zelden direct; ze tonen het via gedrag of lichaamstaal.
Wie dat begrijpt, voorkomt veel problemen en zorgt voor een gelukkiger dier.
Stress is een veelvoorkomende oorzaak van gedrags- en gezondheidsproblemen. Signalen zijn verstoppen, minder eten, overmatig likken, agressie of onzindelijkheid.
De oorzaak ligt vaak in veranderingen: nieuwe meubels, huisdieren, geuren of geluiden.
Observeer subtiel gedrag. Een kat die plots minder speelt of zich afzondert, heeft vaak spanning.
Creëer veilige zones: verhoogde ligplaatsen, schuilplekjes en vaste routines.
Langdurige stress tast het immuunsysteem aan en kan blaasproblemen veroorzaken. Daarom is vroeg herkennen cruciaal.
Katten hechten zich aan hun omgeving. Een nieuwe huisgenoot – mens of dier – verstoort hun territoriumgevoel.
Laat kennismakingen geleidelijk verlopen. Sluit de nieuwe geur eerst op in een aparte kamer, wissel dekentjes uit en laat geuren wennen voor je visueel contact toestaat.
Bij baby’s is geluid gewenning belangrijk. Laat je kat babygeluiden horen vóór de geboorte.
Belangrijk: behoud aandacht voor de kat, zodat hij zich niet verdrongen voelt.
Agressie tussen katten komt vaak door territoriumconflicten of te weinig ruimte.
Elke kat wil een eigen eetbak, slaapplaats en kattenbak. Onvoldoende middelen zorgen voor spanning.
Schep afstand en afleiding bij ruzie, nooit tussenkomen met de hand. Gebruik geurneutralisatoren na een gevecht; de geur van angst kan nieuw conflict uitlokken.
Bij herhaald conflict helpt een gedragsspecialist of feromoontherapie.


Voeding en gewicht
Katten zijn vleeseters met specifieke voedingsnoden. Hun lichaam is gebouwd op dierlijke eiwitten, niet op koolhydraten.
Een goed voedingspatroon voorkomt overgewicht, blaasstenen en andere chronische aandoeningen.
Button:
BMI-checker kat
Elke voeding heeft voor- en nadelen. Droogvoer houdt het gebit schoon, natvoer verhoogt vochtinname en helpt bij gewichtscontrole.
Een combinatie is ideaal voor de meeste katten.
Belangrijker dan het type is de kwaliteit. Kies voeding met een duidelijk eiwitpercentage en zonder overmatige vulstoffen.
Laat je dierenarts helpen om het ideale voedingsplan samen te stellen, zeker bij katten met gevoeligheden.
Eén op de drie katten is te zwaar. Overgewicht verhoogt het risico op diabetes, gewrichtsproblemen en hartziekte.
De ribben moeten voelbaar zijn zonder duwen; een buik die bolt is te vol.
Beperk snoepjes en geef niet te vaak “menselijk” eten. Katten eten uit verveling of gewoonte, niet uit honger.
Een dagelijkse weegcontrole in de beginfase helpt het juiste evenwicht te vinden.
Laat je kat regelmatig spelen. Beweging is cruciaal, zeker bij binnenkatten.
Katten met nierproblemen, blaasstenen of allergieën hebben aangepaste voeding nodig.
Dieetvoeding ondersteunt organen en vermindert klachten. Geef ze enkel op voorschrift van een dierenarts, niet uit eigen beweging.
Sommige katten weigeren plots voeding door pijn of misselijkheid. Snel ingrijpen voorkomt dat ze in een gevaarlijke toestand van leververvetting terechtkomen.


Binnenleven en verrijking
Binnenkatten leven veiliger, maar missen natuurlijke prikkels. Zonder uitdaging ontwikkelen ze sneller stress, verveling of gewichtstoename.
Katten jagen van nature. Zonder jachtkans verliezen ze motivatie en zelfvertrouwen.
Plan dagelijks korte speelsessies van vijf tot tien minuten. Gebruik hengels, veren of voerpuzzels om het jachtinstinct te activeren.
Rotatie van speelgoed houdt het interessant. Zet speelgoed na een week even weg en breng het later terug.
Katten voelen zich veiliger in de hoogte. Een krabpaal tot aan het plafond, plankjes aan de muur of raamzitjes geven overzicht en rust.
Voeg variatie toe: dozen, karton, zachte ligplekken met uitzicht.
Gebruik geurverrijking zoals kattenkruid of valeriaan af en toe, maar met mate. Te veel prikkels werken averechts.
Binnenkatten zijn afhankelijk van hun omgeving voor afleiding.
Voer verstoppen, geuren afwisselen en speeltjes roteren houden hun brein actief.
Een rustige, voorspelbare routine geeft veiligheid.
Beloon ontdekkend gedrag met aandacht, niet met eten. Zo blijft de motivatie gezond.


Gezondheid en preventie
Katten lijken vaak gezond, ook als er iets scheelt. Preventieve zorg en jaarlijkse controles zijn daarom essentieel.
Tools bij dit thema
- Parasietenkalender kat
- Gebitschecklijst
- Vaccinatieplanner
Katten worden gevaccineerd tegen niesziekte, kattenziekte en eventueel leucose.
Binnenkatten hebben minder risico, maar zijn niet volledig veilig; virussen verspreiden zich ook via kleding of handen.
Laat vaccinaties jaarlijks opvolgen. Sommige vaccins blijven langer actief, andere vereisen jaarlijkse boosters.
Vlooien, teken en wormen komen ook bij binnenkatten voor. Preventie is eenvoudiger dan behandeling.
Gebruik maandelijks een middel dat past bij het gewicht en bespreek frequentie met de dierenarts.
Ontworm kittens elke maand tot zes maanden, daarna vier keer per jaar.
Tandsteen en ontstoken tandvlees veroorzaken pijn en eetproblemen.
Poets wekelijks de tanden met kattentandpasta en gebruik eventueel tandverzorgende brokken of snacks.
Slechte adem is een waarschuwingssignaal.
Een jaarlijkse gebitscontrole is geen luxe maar een noodzaak.


Oudere katten
Katten leven langer dan vroeger, dankzij betere voeding en medische zorg. Oudere katten verdienen extra aandacht voor gewrichten, tanden en organen.
Butto : katten naar mensen leeftijdcalculator
Let op tekenen van veroudering: meer slapen, gewichtsverlies, stijve bewegingen of minder poetsgedrag.
Maak de omgeving toegankelijk: lage instap voor kattenbak en zachte rustplaatsen.
Laat jaarlijks bloedonderzoek uitvoeren om nieren, schildklier en lever op te volgen.
Voorkomen is beter dan genezen; vroeg detecteren maakt behandeling mogelijk.
De stofwisseling vertraagt, de eetlust daalt en de geurzin vermindert.
Verdeel maaltijden over de dag en serveer op lichaamstemperatuur voor meer eetlust.
Kies voeding met verhoogd eiwitgehalte, beperkt fosfor en extra omega-3-vetzuren.
Raadpleeg bij twijfel de dierenarts voor aangepaste dieetvoeding.
Desoriëntatie, nachtelijke onrust of minder sociaal gedrag komen voor bij ouderdom.
Een voorspelbare omgeving, zachte verlichting en kalmerende feromonen helpen om stress te beperken.
Oudere katten hebben rust nodig, maar ook routine en aandacht. Hun wereld wordt kleiner, maar jouw rol groter.