Weke delen chirurgie
Deze pagina bundelt alle informatie over chirurgische ingrepen aan organen, huid en weke delen bij huisdieren. Van routine-operaties zoals sterilisatie tot complexe spoedingrepen: onze dierenartsen zetten hun expertise in om elke patiënt de best mogelijke zorg te bieden.




Hals
De hals bevat vitale structuren zoals schildklier, speekselklieren en slokdarm. Chirurgie in dit gebied is vaak delicaat en vraagt uiterste precisie.
Bij katten komt een te snel werkende schildklier (hyperthyroïdie) vaak voor en soms kan medicatie onvoldoende effect hebben. In dat geval kan een schildklierverwijdering noodzakelijk zijn, vooral bij eenzijdige aantasting of bij tumoren. Tijdens de operatie is het essentieel om de bijschildklieren en de nervus recurrens te sparen, omdat beschadiging complicaties kan geven. Postoperatieve opvolging met hormoonbepalingen is belangrijk om tekorten of overschotten te vermijden. De ingreep kan levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren bij correct geselecteerde patiënten.
Aandoeningen van de speekselklieren, zoals cysten, chronische ontstekingen of een ranula, kunnen leiden tot slikproblemen en pijnlijke zwellingen in de mondholte. Wanneer drainage of medicatie geen blijvend resultaat geeft, kan het nodig zijn de aangedane klier en haar afvoerkanaal volledig te verwijderen. Bij een ranula wordt soms ook gekozen voor marsupialisatie, waarbij de cyste chirurgisch wordt geopend en blijvend afgevoerd. De ingreep is doorgaans succesvol en voorkomt recidieven. Nazorg richt zich op pijncontrole en wondgenezing in de mond.
Chirurgische ingrepen aan de slokdarm zijn zeldzaam maar noodzakelijk bij obstructies door vreemde voorwerpen, ernstige stricturen, divertikels of perforaties. De slokdarm is kwetsbaar door beperkte doorbloeding, waardoor genezing moeizaam kan verlopen. Voorafgaand onderzoek met endoscopie en beeldvorming helpt bij het bepalen van de exacte locatie en ernst. Tijdens de ingreep is een nauwkeurige hechttechniek cruciaal om lekkage en infectie te vermijden. Postoperatief is voedingsondersteuning vaak nodig via sondevoeding tot de genezing voltooid is.


Thorax
De borstholte omvat longen, hart en middenrif, en chirurgie hier richt zich vooral op levensbedreigende aandoeningen die directe ingrepen vereisen.
Een longkwab kan chirurgisch verwijderd worden bij tumoren, abcessen, torsies of ernstige infecties die niet meer herstellen. De beslissing wordt genomen na uitgebreid onderzoek met CT of röntgen om de exacte lokalisatie en uitgebreidheid vast te stellen. De operatie verloopt via thoracotomie of thoracoscopie, waarbij speciale aandacht gaat naar luchtlekpreventie. Postoperatief worden zuurstofvoorziening en pijnstilling zorgvuldig gemonitord. Mits tijdige diagnose is de prognose vaak gunstig.
Een thoracotomie is een klassieke open borstkasoperatie en geeft directe toegang tot hart, longen en grote vaten. Thoracoscopie daarentegen gebruikt kleine incisies en een camera, wat minder pijn en sneller herstel oplevert. Beide technieken worden ingezet bij biopsies, verwijdering van massa’s, herstel van letsels of het plaatsen van drains. De keuze hangt af van indicatie, beschikbaar materiaal en ervaring van de chirurg. Strikte monitoring tijdens en na de ingreep voorkomt complicaties zoals pneumothorax of bloeding.
Bij een scheur in het middenrif kunnen buikorganen zich verplaatsen naar de borstkas, waardoor ernstige ademhalingsproblemen ontstaan. Dit kan het gevolg zijn van een ongeval of aangeboren defect. Stabilisatie met zuurstof en intraveneuze therapie gaat vooraf aan de operatie. Chirurgisch herstel bestaat uit het repositioneren van organen en sluiten van het defect met stevige hechtingen. De prognose is goed indien het dier tijdig geopereerd wordt.
Chylothorax is een ophoping van lymfevocht in de borstholte, vaak veroorzaakt door lekkage of obstructie van de thoracale ductus. Het uit zich in kortademigheid en verminderde inspanningstolerantie. Diagnose gebeurt door thoracocentese, waarbij melkachtig vocht wordt afgetapt en onderzocht. Conservatieve behandeling met dieet en medicatie kan soms helpen, maar vaak is chirurgie met ligatie van de ductus en partiële pericardectomie noodzakelijk. Vroege behandeling voorkomt chronische pleuraveranderingen.


Buikholte
De buikholte bevat tal van organen, waardoor chirurgie hier uiteenlopende ingrepen kan omvatten: van herniaherstel tot spoedoperaties bij interne bloedingen.
Bij ernstige of onduidelijke buikproblemen kan een exploratieve laparotomie nodig zijn. Hierbij worden alle buikorganen systematisch onderzocht om de oorzaak van de klachten vast te stellen. Vaak worden biopten genomen of letsels direct behandeld tijdens dezelfde ingreep. Dit kan levensreddend zijn bij spoedgevallen zoals interne bloedingen of perforaties. Goede postoperatieve monitoring is onmisbaar.
Een liesbreuk ontstaat wanneer buikinhoud, zoals vet of darmen, door een opening in de buikwand ter hoogte van de lies naar buiten puilt. Bij inklemming kan dit snel levensbedreigend worden. Chirurgisch herstel bestaat uit het terugplaatsen van de inhoud en het sluiten van het defect. Deze ingreep voorkomt recidief en complicaties. Vooral bij niet-gesteriliseerde teven komt dit vaker voor.
Een navelbreuk wordt vaak al bij pups vastgesteld als een zachte zwelling op de buikwand. Kleine breuken kunnen spontaan sluiten, maar grotere defecten hebben risico op inklemming van organen. Chirurgische sluiting is de meest veilige aanpak. De ingreep is relatief eenvoudig en heeft doorgaans een goede prognose. Bij fokdieren wordt vaak sterilisatie tegelijk uitgevoerd om erfelijkheid te vermijden.


Lever, milt & pancreas
Deze organen vervullen essentiële functies in de spijsvertering en bloedaanmaak. Chirurgie is vaak nodig bij tumoren, letsels of acute ontstekingen.
De milt wordt verwijderd bij rupturen, tumoren of bloedziekten die levensbedreigend bloedverlies veroorzaken. Voorafgaande beeldvorming en bloedonderzoek zijn essentieel om de oorzaak vast te stellen. Tijdens de operatie wordt de milt met zijn bloedvaten zorgvuldig afgebonden en verwijderd. Histopathologisch onderzoek bepaalt de onderliggende aandoening. Veel dieren herstellen goed en kunnen zonder milt verder leven.
Bij levermassa’s of lokaal beperkte letsels kan een deel van de lever chirurgisch verwijderd worden. Dankzij de regeneratieve capaciteit van de lever is herstel vaak mogelijk. De operatie vergt uitgebreide beeldvorming om de exacte lokalisatie te bepalen. Goede hemostase tijdens de ingreep is cruciaal om complicaties te vermijden. Postoperatief wordt de leverfunctie nauwgezet gecontroleerd.
Chirurgische verwijdering van de galblaas (cholecystectomie) is aangewezen bij mucocele, galstenen of chronische ontsteking. Zonder behandeling bestaat kans op ruptuur en peritonitis. Vooraf wordt de diagnose bevestigd met echografie en soms CT. Tijdens de ingreep wordt de galblaas volledig verwijderd, waarna de galwegen hun functie behouden. Het herstel is doorgaans goed.
Een gedeeltelijke verwijdering van de pancreas kan nodig zijn bij tumoren zoals insulinomen. De ingreep is technisch uitdagend en heeft risico op postoperatieve pancreatitis of diabetes mellitus. Goede selectie van patiënten en uitgebreide monitoring zijn daarom onmisbaar. Postoperatief dieet en soms medicatie ondersteunen het herstel.


Maag- en darmstelsel
Het spijsverteringsstelsel kan door obstructies, torsies of tumoren ernstig verstoord raken. Chirurgie is vaak noodzakelijk om een normale passage en functie te herstellen.
Wanneer een huisdier een vreemd object inslikt, kan dit leiden tot een obstructie van maag of darmen. Afhankelijk van de locatie wordt gekozen voor gastrotomie, enterotomie of colectomie. Tijdige verwijdering voorkomt ernstige complicaties zoals perforatie of peritonitis. Postoperatief is het herstel doorgaans goed, mits er geen weefselnecrose aanwezig was.
Een maagdilatatie-volvulus (GDV) ontstaat wanneer de maag uitzet en vervolgens om zijn as draait. Hierdoor raakt de bloedtoevoer afgesneden en ontstaat een acute levensbedreigende situatie. Symptomen zijn opgezwollen buik, rusteloosheid en vruchteloze braakpogingen. De behandeling bestaat uit een spoedoperatie waarbij de maag wordt teruggedraaid en vastgezet (gastropexie). Intensieve monitoring na de ingreep is noodzakelijk voor overleving.
Een gastropexie wordt preventief uitgevoerd bij honden met hoog risico op een maagkanteling of curatief tijdens een spoedingreep. Hierbij wordt de maag chirurgisch vastgezet aan de buikwand. Dit verkleint de kans op recidief aanzienlijk. Vaak wordt deze ingreep gecombineerd met sterilisatie of andere abdominale chirurgie.
Bij aandoeningen van de dikke darm, zoals megacolon, tumoren of ernstige stricturen, kan een deel van de darm verwijderd worden. De operatie vergt nauwkeurige techniek om een goede doorbloeding en aansluiting te behouden. Postoperatief herstel vraagt intensieve zorg met aangepaste voeding en medicatie.
Tumoren, prolaps of stricturen van de anus en endeldarm vereisen vaak chirurgisch ingrijpen. Deze operaties zijn technisch uitdagend door de beperkte ruimte en nood aan behoud van sluitspierfunctie. Goede voorbereiding en nazorg zijn cruciaal om complicaties zoals incontinentie te vermijden.
Chronisch ontstoken of abcederende anaalklieren kunnen blijvende problemen veroorzaken. Verwijdering (sacculectomie) biedt een definitieve oplossing. De ingreep vraagt precisie om zenuwschade en incontinentie te voorkomen. Het herstel is doorgaans goed, met blijvende verlichting van klachten.


Nieren & urinewegen
Chirurgie aan de urinewegen richt zich op het herstellen van de doorgang van urine, het verwijderen van stenen of tumoren, en het behandelen van aangeboren of verworven afwijkingen aan nieren, blaas en urethra.
Bij nierafwijkingen zoals cysten, abcessen of lokale tumoren kan een partiële nefrectomie overwogen worden. Wanneer een nier ernstig beschadigd is, wordt soms een nefrectomie uitgevoerd. Tijdens de operatie is het essentieel om de bloedtoevoer te behouden voor de overblijvende nier. Postoperatieve opvolging omvat controle van nierfunctie en vochtbalans. In geselecteerde gevallen kan de ingreep levenskwaliteit sterk verbeteren.
Aandoeningen aan de urineleiders, zoals obstructies door stenen of stricturen, vereisen delicate chirurgie. Er kan gekozen worden voor ureterotomie, reïmplantatie of plaatsing van een ureterbypass. Door de nauwe diameter van de ureter is microchirurgie vaak noodzakelijk. Tijdige ingreep voorkomt onherstelbare nierschade.
De meest voorkomende reden voor blaasingrepen is de verwijdering van urinestenen of tumoren. Tijdens een cystotomie wordt de blaas geopend, de oorzaak verwijderd en het slijmvlies nauwkeurig gesloten. Postoperatieve zorg bestaat uit vochttherapie en controle van de urineproductie. De prognose is doorgaans uitstekend.
De urethra kan geblokkeerd raken door stenen, stricturen of tumoren, vooral bij katers. Chirurgische oplossingen variëren van urethrotomie tot perineale urethrostomie (PU). De keuze hangt af van de locatie van de obstructie. Strikte hygiëne en pijncontrole zijn cruciaal tijdens herstel.


Voortplanting & reproductie
Chirurgie binnen dit domein richt zich op aandoeningen van baarmoeder, eierstokken, testikels en prostaat, maar ook op aangeboren afwijkingen en voortplantingsproblemen.
Sterilisatie (ovariohysterectomie of ovariectomie) bij teven en poezen voorkomt ongewenste dracht, loopsheid en hormonale aandoeningen zoals pyometra. Bij reuen en katers vermindert castratie ongewenst gedrag en risico op prostaatproblemen. De ingreep verloopt onder volledige anesthesie en herstel is meestal vlot.
Een keizersnede is noodzakelijk bij moeilijke bevallingen, grote nesten of te smalle bekken. Snel ingrijpen voorkomt sterfte bij moeder en jongen. De operatie verloopt via een gecontroleerde incisie in de baarmoeder, waarna de pups veilig verwijderd worden. Nazorg omvat wondverzorging en lactatie-ondersteuning.
Een baarmoederontsteking is een ernstige hormonale aandoening bij niet-gesteriliseerde teven. Chirurgische verwijdering van baarmoeder en eierstokken is de enige curatieve behandeling. Zonder snelle interventie kan sepsis optreden. Postoperatief worden antibiotica en vochttherapie toegediend.
Vergrote of ontstoken prostaten kunnen leiden tot pijn, plasproblemen en constipatie. Bij tumoren of cysten wordt soms gedeeltelijke of volledige verwijdering uitgevoerd. Deze ingreep vraagt nauwkeurigheid om de urinewegen te sparen. Castratie is vaak onderdeel van de behandeling.


Ademhalingsproblemen
Chirurgische behandeling van ademhalingsproblemen richt zich op het verbeteren van luchtstroom door neus, keel en luchtpijp. Vooral brachycephale rassen hebben hier vaak baat bij.
Bij kortsnuitige honden veroorzaken nauwe neusgaten, verlengde zacht gehemelte en soms omgeklapte larynxzakjes ademnood. Chirurgie corrigeert deze structuren om de luchtstroom te verbeteren. De ingreep verlaagt ademhalingsinspanning en verhoogt levenskwaliteit. Nauwkeurige anesthesie en postoperatieve observatie zijn essentieel.
Larynxverlamming komt vooral voor bij oudere honden en leidt tot luidruchtige ademhaling en benauwdheid. De meest toegepaste ingreep is een unilaterale arytenoid-lateralisatie (“tie-back”). Hierdoor blijft de luchtweg open bij inademing. Strikte nazorg voorkomt complicaties zoals aspiratiepneumonie.
Bij collaps of vernauwing van de luchtpijp kan een deel worden versterkt met ringen of een stent. De keuze hangt af van locatie en ernst. De ingreep vereist nauwkeurige techniek en ervaren anesthesie. Het doel is om ademhalingscomfort duurzaam te herstellen.


Reconstructieve chirurgie
Reconstructieve chirurgie richt zich op het sluiten van wonden, herstel van huiddefecten en correctie van littekens of misvormingen na trauma of tumorverwijdering.
Bij grote huiddefecten worden transplantaten of lokale flappen gebruikt om het weefsel te herstellen. De keuze hangt af van grootte, locatie en doorbloeding van de wond. Goede wondvoorbereiding is essentieel voor succes. Postoperatief toezicht voorkomt infectie en necrose.
Chronische oorontstekingen die niet reageren op medicatie kunnen behandeld worden door het volledige oor kanaal te verwijderen (TECA). Deze ingreep elimineert de infectiebron en verlicht pijn. Nauwkeurige dissectie is noodzakelijk om de aangezichtszenuw te sparen.
Na trauma of tumorresectie kunnen weefseltransposities nodig zijn om vorm en functie van de snuit te herstellen. Dit vereist kennis van anatomie en doorbloeding. Het doel is functioneel én esthetisch herstel met behoud van ademhaling en mimiek.


Spoedchirurgie
Spoedchirurgie is noodzakelijk bij levensbedreigende aandoeningen zoals bloeding, torsie of orgaanruptuur. Snelle diagnose en beslissingskracht zijn cruciaal.
Bij verkeersongevallen of bijtwonden kunnen meerdere organen en weefsels tegelijk beschadigd raken. Stabilisatie van de patiënt heeft prioriteit, gevolgd door chirurgisch herstel van vitale structuren. De behandeling is vaak multidisciplinair.
Bij interne bloedingen, bijvoorbeeld door miltruptuur of gescheurde lever, moet de bloeding snel gelokaliseerd en gestelpt worden. Hemostase en volumeherstel staan centraal. Tijdig ingrijpen voorkomt orgaanfalen.
Deze aandoeningen behoren tot de meest urgente spoedgevallen in de diergeneeskunde. Chirurgie moet onmiddellijk plaatsvinden na stabilisatie.